Verslag van de Hofstadwandeling op 11 oktober

Op een bewolkte, maar toch mooie dag, trok een groepje van 11 Nivonners naar Den Haag.

De eerste kop koffie/thee was bij Bodega de Posthoorn, een locatie met nog echt Haagsche grandeur en ouderwetse gezelligheid.
Hierna trokken we een deel van het oude centrum in.
Via het graf van Spinoza achter de Nieuwe Kerk, naar een herinneringsplek waar ooit de Joodse buurt was, naar het drukke centrum.
Vele fietsers ontwijkend kwamen we via de Spuistraat in de Passage, werelds eerste overdekte winkelstraat.
Gebouwd in 1882 met nog vele originele details.

Na de Passage kwamen we in koninklijke sferen:  Maison de Bonneterie (bestaat niet meer), paleis Noordeinde, vele winkels met het predicaat Hofleverancier, het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje, het beeld van Koningin Wilhelmina en niet te vergeten de grote postzegelboom.
In de tuin van De Raad van State zagen we ook nog prachtige bronzen beelden, van kunstenaar Eric Claus.

Om, in de drukke stad Den Haag, even een moment van rust te pakken, liepen we naar de paleistuin achter het paleis Noordeinde.
Een oase van rust, de bomen droegen al hun herfstkleuren.
Een mooie plek om onze boterhammen op te eten.

Hierna vervolgden we onze wandeling richting het Lange Voorhout.
Nieuwsgierig waarom de klokken van de Sint Jacobuskerk luidden, gingen we deze RK kerk in, de deur stond immers open.
Er was een dienst gaande, dus op muizenpootjes namen we een kijkje in deze prachtige kerk.
Ontworpen door de bekende architect Cuypers.

Inmiddels zijn we op ’t Lange Voorhout aangekomen.
Een statige laan met vele lindebomen.
Deze plek kreeg in de 16e eeuw de bijnaam de Lange Lindelaan.
Daar waar Liesje leerde Lotje lopen langs de Lange Lindelaan.
Aan het eind van ‘t Lange Voorhout kwamen we bij het mooie slavernijmonument.
In juni dit jaar onthuld.

Het einde van de wandeling kwam in zicht.
We hadden nog een kopje koffie tegoed, en dat dronken we weer in de Posthoorn.
We werden onmiddellijk herkend door het personeel en mochten weer tafeltjes aaneenrijgen.
Na een knuffel van mij voor de Posthoorn Kat wandelden we via de Lange Vijverberg naar het Binnenhof.
Naar het toetje van de dag. De ‘Kèkstègâh’.

Maar niet zonder eerst Jantje gedag te zeggen, die van ‘in Den haag daar woont een Graaf en zijn naam is Jantje …’
Vanaf de Vijverberg kwam de kijksteiger goed in beeld. 28 meter hoog. Aardig wat traptreden te gaan en boven op het platform was het best wel wiebelig.
Maar het uitzicht was geweldig.

Dit was tevens het einde van de wandeling.
We sloten de geslaagde dag af met een drankje in Luden.

Nel van Wijngaarden